Je weet maar nooit.

De romp ziet er momenteel uit zoals hierboven. Helemaal volgens plan, hoewel ik de optie voor waterdichte luchtkasten overlangs aan stuur- en bakboord tot voorkort heb in beraad gehouden.
Mogelijk mag het geen rol spelen maar ik vind dat die ontzettend afbreuk doen aan de charme van een houten boot. Alternatieven zijn er; Luchtzakken onder de zijdoften of grote fenders, ook passende schuimblokken verpakt in canvas zag ik een keer als charmante oplossing voor drijfvermogen.
Maar die gaan er uiteindelijk uit, wie wil er op termijn zulke omvangrijke volumes blijven meezeulen.
Dus dan weet je maar nooit en koos ik voor de veiligste oplossing de luchtkasten.

De kasten krijgen twee waterdichte luikjes aan weerskanten, zo is er plaats om wat spullen droog in op te bergen, en regelmatig de caissons te ventileren.

Voor alle duidelijkheid: De platen voor de luchtkasten op deze foto’s zijn de hardboard malletjes waarmee ik straks de definitieve platen in vorm breng.

Meer van het thema “Je weet maar nooit”: Laatst zag ik op tv een praatgast zitten op een barstoeltje. Een stoeltje van het type op één centrale poot. De vriendelijke praatgast woog beslist +150 kg. Kan hè.
Mijn gedachten gingen uit naar de ontwerpers van het stoeltje, ook bij zo’n belasting moet het meubeltje stand houden. En metéén dwaalden mijn gedachten af naar de boot in de maak, zoals die nu voorzien was zou de zaak het vroeg of laat begeven met zo een gast aan boord.
De meest kritische ligger (die van het achterdoft) is nu behoorlijk versterkt en de ligger onder het voordoft wordt later van hetzelfde caliber. De tussenschotjes dan ook maar metéén aangepakt.

Onnodig? Vermoedelijk, want ik zie een 150+kg medemens niet zonder voorbehoud spontaan in een dergelijk sloepje stappen, maar kijk aan de constructie zal het niet gelegen hebben moest het verkeerd aflopen.