De eerste klus na het rechtop zetten van de schelp was het versterken van de redelijk fragiele samenstelling.
Te beginen met een flinke epoxy naad in de vouw te smeren en daarna een strook glasvezelweefsel er over heen. Daarmee zit de vloer stevig vast aan de opstaande delen en kan ik er straks in rondlopen.
De drie horizontale knieën, twee voor de spiegel en één in de boeg waren de volgende kandidaten om te maken en te monteren.
Maar hola, het plan zegt “laminated knee”. Jep, een gelamineerd houten werkstuk, voor zover was ik bij de les, maar hoe galamineerd dan?
Ik vond het antwoord in foto’s van een advertentie van een tweedehandse “Gartside” boot. Zijn betekenis van laminaat voor de knieën is twee lagen overlangs en een dwarse laag er tussenin. Mmm, slim en een mooi alternatief voor massief eik in kleine boten.
De knieën voor de spiegel zijn redelijk rechtoe-rechtaan, het breiwerkje in de neus was een ander paar mouwen.
Daar komen zes delen samen die niet te beschrijven zijn in hoeken of radius, enkel geduld, een scherp podlood en wat lef als de zaag erin gaat zijn de helpers die het gaan maken.
En thee, liters thee.
De mastvoet (nog zo’n leukerd) was al eerder voorbereid, … het is te zeggen die maakte ik gedurende de thee-pauzes als afleiding.
De mastvoet wordt de referentie voor het bepalen van de masthoek: Die zit, zaak om een vaste waarde te hebben in een weelde van variabelen.
Wel hoera, de eerste boring in de boegdoft die volgens de maten van het plan was geboord zat er niet ver naast (pwaa, amper 12mm).
De passing van het middendoft met een halfhoutse verbinding over de zwaardkast was genieten. (…Zou ik niet beter gaan tafels maken? neuu).