Latjes en plaatjes

Dit leek me slim: Eén keer naar de houthandel en terug komen met een hoeveelheid die ruim zal volstaan voor de bouw van deze boot.
Van de zes platen “marine-grade” multiplex zal niet veel over blijven als de klus is geklaard. De vier balken Yellow Pine (50 x 225 x 4900mm) waren misschien niet zo’n tijd besparende aankoop. Dat ik ze één voor één haast niet kan opheffen is vervelend maar dat lukt wel.
Het verzagen en schaven idem, het lukt wel maar in mijn werkplaats van 6 X 7 meter moet ik mijn improvisatietalent wel bijzonder aanspreken om de knoerten te bewerken.
Met deze balken gaat het straks richting meubelmakerij om ze op maat te zagen/schaven, genoeg geknoeid, les geleerd.
Overigens, balk is relatief; Molenbouwers noemen 50 x 225mm-hout “latjes”. Nog een les: Voorlopig moet ik niet beginnen denken aan molenmakerij.

Hierboven de schets die ik maakte om de bodem- en zijplaten netjes uit vijf platen MP te halen. (Platen voor mij, vermoedelijk briefpapier voor molenbouwers)
Zonder mezelf op te hemelen denk ik dat het plotten van die tekening enig inzicht en ervaring vergt. Over opzet van spanten naar ware grootte model, naar praktische tekening… Mmm, in de beschrijving van bootplannen lees ik steeds dat de bouw ruim haalbaar is voor iedereen.
Ik denk het niet, toch niet zonder slag of stoot.

Zo, straks plaatjes zagen en lassen maken. Dat houd me beslist enkele dagen bezig.

De binnenkant (deel III)

Nadat de zwaardkast er definitief was ingeschroefd moest de romp gedraaid worden. Dat deden we gedurende een tussenstop met het gezin bij een zondagse wandeling. Met zijn vieren was ze in geen tijd gekeerd.

Over de schuur- verf- lak- en plamuurklus die daarop volgde blijf ik kort. Het resultaat was een glimmende witte (ivoor-witte) buik en zwarte romp.
Na de verfklus monteerde ik de slijtlatten, echte slijtlatten, van het soort die tegen verslijt weerstaan maar vroeg of laat zullen vervangen moeten worden. Vandaar dat ze enkel geschroefd en met spaarzaam opgebracht “bedding compound” zijn gemonteerd.
Ik zoek me lam naar een beter woord voor “bedding compound” maar er schiet me niets te binnen. Het is plakkerige mastiek die een beetje hardt, oké?

Een maat kwam om ze weer rechtop de schragen zetten. En dat was net voor de Corona-historie. Op minstens 1,5 meter van mekaar schreden we de romp nader en draaiden ze 180°, althans daarna met 14voet (ca.4m) onvermijdelijk uit mekaar.

Ondertussen, want tussen de diverse laklagen heb je tijd om wat te doen, maakte ik een gebogen laminaat uit drie stroken Oregon Pine om er een meer vriendelijk ogende helmstok van te maken.
Voor het maken van de gaffelvork van de giek trok ik de nodige tijd uit. Overdreven voor een werkboot? Jazeker, maar het resultaat is verbluffend en ondertussen had ik het genoegen om geheel in de geur van naaldhout bedolven te zijn in snippers Oregon Pine.

De binnenkant dan opnieuw. Veel schuren en lakken, wat kan ik zeggen?
Tip: Koop de betere afplaktape (=prijs x 3), het resultaat is zoveel beter.

Onderaan de beelden zie je de voorlopige mastvoetjes. Dat zijn Optimist onderdelen. Die gaan me later -bij testvaarten- helpen om de juiste mastpositie te bepalen, heel precies kan ik dan de mast voor- en achterover zwiepen tot de beste hoek is gevonden.
Eens die vastgesteld maak ik de definitieve mastvoet.
Meer over de mastvoet- zeilvoering- bootbalans in een volgende post.

En nu de prentjes: