De binnenkant (deel III)

Nadat de zwaardkast er definitief was ingeschroefd moest de romp gedraaid worden. Dat deden we gedurende een tussenstop met het gezin bij een zondagse wandeling. Met zijn vieren was ze in geen tijd gekeerd.

Over de schuur- verf- lak- en plamuurklus die daarop volgde blijf ik kort. Het resultaat was een glimmende witte (ivoor-witte) buik en zwarte romp.
Na de verfklus monteerde ik de slijtlatten, echte slijtlatten, van het soort die tegen verslijt weerstaan maar vroeg of laat zullen vervangen moeten worden. Vandaar dat ze enkel geschroefd en met spaarzaam opgebracht “bedding compound” zijn gemonteerd.
Ik zoek me lam naar een beter woord voor “bedding compound” maar er schiet me niets te binnen. Het is plakkerige mastiek die een beetje hardt, oké?

Een maat kwam om ze weer rechtop de schragen zetten. En dat was net voor de Corona-historie. Op minstens 1,5 meter van mekaar schreden we de romp nader en draaiden ze 180°, althans daarna met 14voet (ca.4m) onvermijdelijk uit mekaar.

Ondertussen, want tussen de diverse laklagen heb je tijd om wat te doen, maakte ik een gebogen laminaat uit drie stroken Oregon Pine om er een meer vriendelijk ogende helmstok van te maken.
Voor het maken van de gaffelvork van de giek trok ik de nodige tijd uit. Overdreven voor een werkboot? Jazeker, maar het resultaat is verbluffend en ondertussen had ik het genoegen om geheel in de geur van naaldhout bedolven te zijn in snippers Oregon Pine.

De binnenkant dan opnieuw. Veel schuren en lakken, wat kan ik zeggen?
Tip: Koop de betere afplaktape (=prijs x 3), het resultaat is zoveel beter.

Onderaan de beelden zie je de voorlopige mastvoetjes. Dat zijn Optimist onderdelen. Die gaan me later -bij testvaarten- helpen om de juiste mastpositie te bepalen, heel precies kan ik dan de mast voor- en achterover zwiepen tot de beste hoek is gevonden.
Eens die vastgesteld maak ik de definitieve mastvoet.
Meer over de mastvoet- zeilvoering- bootbalans in een volgende post.

En nu de prentjes: