De laatste dagen had het atelier iets van de werkplaats van een Carnavalvereniging: Overheersende snippers, schaafsel en blokjes kunststof schuim.
Ik was doende met het maken van drijflichamen uit isolatieplaat van geëxtrudeerd polystyreenschuim.
Vanzelfsprekend passen drijflichamen visueel niet in een klassieke houten boot. Dat is als Volvo bumpers op een 2PK monteren en een rolkooi er binnenin; “Voor de veiligheid mijnheer, veel beter zo!, wat dacht U van een valhelm erbij?”
Maar goed het moet, dus ging ik aan de slag met drie gelijkwaardige doelen in gedachte:
- 1) Voldoende drijfvermogen creëren in de volgelopen boot voor twee opvarenden en de uitrusting.
- 2) Esthetisch verantwoord vormgeven en plaatsen van de elementen.
- 3) Muurvast verankeren in de romp maar ten alle tijde uitneembaar. Lees: niet verlijmd of ingeschroefd.
Voor het volume aan drijfvermogen en advies voor de plaatsing van de drijflichamen vond ik goede raad in een artikel die de (klassieke-) bootarchitect François Vivier schreef voor het magazine Chasse Marée .
Een voorbeeldig stuk leesvoer voor wie het fijne wil weten van de praktische uitvoering betreffende stabiliteit en drijfvermogen voor kleine boten (“de Europese richtlijn pleziervaartuigen (94/25/EG geamendeerd met 2003/44/EC) “
Let wel, het is Franse tekst in welhaast presidentiële schrijfstijl, om één en ander goed te laten inzinken best vier keer lezen.
De schuimblokken zitten vooronder langs de zijboorden, één volume onder het middendoft, een derde koppel langs de zijboorden bij de spiegel, en een vierde onder het achterdoft.
Dat ziet er nu in rauwe onbehandelde toestand behoorlijk slecht uit maar ze worden later bekleed in muisgrijs spuitkurk. Waarmee het visuele euvel zal gemilderd zijn.
De blokken bekleden met canvas wordt wel een keer gesuggereerd, maar die aanpak is niet bijzonder duurzaam en bovendien is dat een permanent natte zooi in de boot.
Dat de schuimvolumes bij gelegenheid uit de boot moet verwijderd worden spreekt vanzelf. Voor een show, een foto-gelegenheid, een tochtje op laag water, bij onderhoud, de jaarlijkse winterberging…
Ze zijn er op zo’n manier ingeklemd- en geknoopt dat ze in een handomdraai te verwijderen zijn.
Drijft ze nu?
Jazeker en wat meer is ik heb het getest:
“Boot te water als ook mezelf en dan staan op het vrijboord. Daarmee kreeg ik ze niet om.
Dan de mast erbij gehaald en daar aan gehangen en hopla daar ging ze, warempel metéén helemaal overkop. Ik heb ze even laten liggen om te kijken wat er gebeurde maar helemaal niets veranderde.
Ben er weer naartoe gezwommen en heb ze gekeerd. Zonder veel inspanning kwam ze overeind.
Het zwaard was in de kast gevangen want boot lag ondersteboven, aan het zwaard hangen was dus geen optie. De onder- en bovenboorden echter geven voldoende houvast voor voeten en handen om de romp te keren.
Met zowat 2/3 van de boot vol water kon ik haast in de boot zwemmen.
Eens erin had ik voldoende vrijboord om meer water uit de boot te houden en restte me de inspanning om ze leeg te scheppen met een emmer.”
Een gedenkwaardige oefening voor een weinig geöefende senior dat scheppen, maar zie deze boot is dus nu ook deugdelijk tegen enige zinkerij zoals onze voorzienige overheden het voorschrijven.
Helaas geen foto’s van deze test maar die maak ik voor jullie bij een tweede test-sessie met volledig tuig en een tweede bemanning… en een fotograaf in de buurt.