De meeste onderdelen voor de binnenkant zijn inmiddels klaar. Klaar om af te werken, definitief samen te stellen en uiteindelijk te monteren.
Althans dat denk ik graag.
De volgorde van werken dicteert de boot; Eén en ander vloeit voort uit de precieze hoogte van de doftwegers (dat zijn de twee slierten hout die binnen halverwege de romp van achter naar voor lopen). Die moesten er als eerste in.
Daarna kon ik de hoogte van de zwaardkast bepalen (voor- en achterkant) en de nodige onderdelen maken.
Vervolgens de doften (de zitbanken) waarvan hun passing ook bepaald wordt door de plaats van de wegers.
Bij dagen dat me het geneuzel met de meter en de hoekmaat teveel werd ging ik in stilte naar een andere hoek om de roeidolhouders te maken en de vijf stevens die nog ontbraken. En van die dagen waren er niet tekort want zo had ik tijd om het roerbeslag in het roerblad te frezen en de klossen voor de achtersteven (-tje) te maken.
Genoeg vaklatijn voor deze keer.
Hieronder wat beelden van de vooruitgang in chronologische volgorde.