Nederlands HoutenBoten Festival

Voor een beschrijving van het evenement citeer ik uit het persbericht:

In het weekend van 2-3 juli vindt de tweede editie van De Jutterhavendagen en het HoutenBotenFestival plaats op Willemsoord in Den Helder. Liefhebbers van houten schepen en maritiem erfgoed kunnen elkaar ontmoeten, maar ook genieten van muziek, presentaties, eten en drinken en het bekijken van demonstraties.
Het festival is een initiatief van De gemeente Den Helder en De Bootbouwschool en wil het bouwen van en varen met houten schepen in het zonnetje zetten.

Het DWBF (Dutch Wooden Boat Festival) vond er onderdak in de stadshal, een piekfijn gerestaureerde industriële werkplaats waarin een 20 à 30-tal bootjes een feeëriek tafereel ontplooiden; Vrijwel allemaal opgetuigd, dicht op mekaar en binnen in het schemerduister.

Het bezoek van publiek was niet overweldigend, veel van de duizenden bezoekers hebben een passage aan de stadshal gemist of aan zich voorbij laten gaan, de bewegwijzering was er niet en een duistere hal is niet uitnodigend om er eens binnen te gaan snuisteren op een zonnige dag.
Maar dat had ook zijn voordeel, de bezoekers die wel opdaagden waren talrijk genoeg én geïnteresseerd in de materie.
De makers van de bootjes waren -uiteraard- present en dus gedurende de twee dagen tevens het eigen publiek waaronder de uitwisseling van gedachten plaats vond. Een meer als waardevolle beleving die voor mij het karakter van het evenement bepaalde.

Het niveau van vakmanschap in de gepresenteerde bootjes -en ik wik mijn woorden- was fenomenaal. Voor enkele boten ronduit overdreven, die durf je haast niet te gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, maar petje af voor de bouwers.
Bertha 3, mijn Crisis Cat zat naar mijn gevoel in het “Classic rock”-segment. Proper en goed gedaan maar ruig genoeg voor plezier.
Wat ook op prijs gesteld werd door de ABBA jury die ze waardeerde met de beste van vier in de categorie “Knikspant”.

De ABBA deelnemers:
Anna Margaretha, 15 m Klassiek Zeiljacht;
Alle-Alle, Auk 2,4m zeilsloepje
Bertha 3, 4m Catboat
Flotsam, 4,8m Ebihen zeilsloep
12′ Jol , 3,6m jol
Larix, 5m Fearing
Noamhóg, 5m coracle
Quinta, 5m Kernic
Aries, 4,5m Ilur zeilsloepje
Theodorus, 8m zeilsloep
Eeke, 5,8m Ness Yawl

De tweede dag, zondag, was een bijna verloren dag en kwam pas na 11u op dreef.
Na een eerste spreekbeurt en de proclamatie van de ABBA-verdiensten werd het podium en de hal gebruikt/gedeeld voor koorgezang.
Een waardevol en gepast onderdeel van een stadsfeest maar niet verenigbaar met de bootjes-presentatie.
Bertha 3 gaf dan haar rock&roll gehalte gestalte door dienst te doen als barmeubel met menig luisteraar erop leunend en het glas in de boot. Graag, dat verdraagt ze.
Moge het DWBF blijven voortdoen. Het is een uniek evenement en meer als de moeite voor de verplaatsing.
Dank je Bert Van Baar en team.

Over Aanmeren

Weinig nieuws vanuit het atelier momenteel (* zie onder) en vandaar een anecdote over aanmeren. Die me te binnen schoot bij het bekijken van een foto uit mijn recente collectie kiekjes.. De foto toont het einde van dag drie van La Semaine du Golfe 2019. Onze vloot is aangemeerd in Port d’Arradon.
Onze zeilschouw ligt naast drie boten van de steiger (Die met de oortjes).

En ziedaar de touw-anarchie die ontstaat als vijf boten proberen vast te maken aan één bolder.
Het ziet er al-bij-al nog netjes uit, de ene had verstandig gekozen voor het landvast door de bolder te halen en vast te maken in de boot, de meeste gingen voor een paalsteek en één ging er kruislings overheen.
Als laatste in de rij leek het ons verstandig om niet noch meer chaos te veroorzaken op de overbezette bolder en we bonden ons landvast rechtstreeks aan de buur, de zwarte Illur.


Wetende dat we de volgende ochtend er als de kippen moesten bij zijn om te vertrekken -onze boot lag de verste van de steiger en daar niet aan vast- waren we fris en op tijd.
Maar dat was niet vroeg genoeg voor het Franse viertal 70-plussers die reeds zaten te wachten in hun zwarte Illur. Van zodra we aankwamen staken ze ongeduldig en vastberaden van wal met ons langszij vastgemaakt, wrikkend naar de wijde plas.
Onwaarschijnlijk, opa stuurde de Illur en de zeilschouw tegelijk (6 personen en ca. 500kg boot in totaal) al wrikkend door een doolhof van aangemeerde jachten in de stroming.
Na pakweg 10 minuten hadden mijn maat en ik de boot opgetuigd en lieten de nieuwe vrienden ons los.
Wonderlijk. En naar aanleiding van de gebeurtenis die ochtend wil ik ook leren wrikken.
De volgende boot, de “Little Crab” zal een wrikgat hebben. …Waarmee ik de geschiedenis wil ingaan als de laatst geziene Oostendse wrikker.

(*): De tekeningen van Doug Hylan’s Crab Skiff zijn onderweg van Brooklin U.S. naar Oostende en gezien het heersende wereldwijde ongemak kan het nog even duren voor ze aankomen. Zolang ik ze niet heb besteed ik mijn tijd aan de renovatie van een huis.

Ja, dit is er één.

Het spantenraam (de helling) was het eerste dat klaar was. Dat bleek een bijzonder handig ding want het deed dienst als lange vlakke werktafel om de bodem- en zijplaat lassen op te maken.

De vijf spanten op maat maken vraagt ook best wat ruimte en die was er in overvloed met de gelaste bodemplaat op de helling.

Maar kijk met de spantjes klaar voor montage was het tijd om de werktafel terug om te bouwen naar zijn oorspronkelijke doel: Een spantenraam.
Eéns die op zijn plaats geschroefd bleek één en ander behoorlijk te kloppen; Alle hoeken aan de spanten; zij- en bodem zijn in orde.
De mal voor de zijplaat past precies… Hoewel -en dat zal de praktijk nog moeten uitwijzen- de precisie is wel heel afgemeten, voor een overmaatse matrijs lijkt me die wat krap.

Hoedanook, dit silhouet ziet er vertrouwd uit, en ik ben nu meer met een boot aan de slag als met losse platen en houtjes.